Charlotte herstelde van een eetstoornis
Tijdens mijn puberteit is de eetstoornis in mijn leven geslopen. Door onzekerheden en traumatische ervaringen durfde ik niet meer naar school en ik kwam bijna niet buiten. Ik had het gevoel dat mijn leven door mijn vingers glipte en de eetstoornis was daar om mij beter te laten voelen.
Mijn actieve, sportieve en sociale leven veranderde in een geïsoleerd leven waarin ik 24/7 stress ervaarde en mijn gedachtes naar mijzelf streng en veeleisend waren. Door me te richten op wat ik wel/niet at, gingen mijn emoties meer naar de achtergrond. Voor de korte termijn was dit winst, maar in de loop van de tijd sloeg het om naar een oorlog in mijn hoofd. De eetstoornis had mijn leven in zijn greep.
Inmiddels weet ik dat ik als puber al een bovengemiddeld druk hoofd had, perfectionistisch was en emoties intenser bij me binnenkomen. Mede door een complexe thuissituatie heb ik mezelf aangeleerd om me te richten op wat anderen van me verwachtte. Door me te focussen op anderen was ik niet bezig met mijn eigen gevoel, dit hielp me op dat moment om te overleven. Tegelijkertijd verloor ik mijzelf en raakte ik tijdens de puberteit steeds meer opgebrand. Ik zat in de derde klas van het stedelijk gymnasium, maar het leren lukte me niet meer, de nieuwe informatie paste niet meer in mijn hoofd naast alle andere gedachten. Ik ben een niveau omlaag gegaan, maar ook dit bleek niet de oplossing. Het ging steeds slechter met me. Observatie, diagnostiek en behandeling volgde. Tijdens deze periode sliep ik veel, raakte ik steeds meer verwijderd van wat mijn leven eerder inhield en kreeg de eetstoornis ruimte om nog sterker te worden. Waar ik altijd een oprecht persoon ben, bestond mijn leven steeds meer uit geheimen, het opzetten van een masker, eenzaamheid, zelfhaat en depressiviteit.
Jarenlang ben ik in behandeling geweest voor mijn klachten, maar de eetstoornis werd niet echt aangepakt. Uiteindelijk ging ik begeleid wonen, maar op mijn kamer kreeg de eetstoornis juist alle ruimte. Mijn leven bestond uit calorieën tellen, denken aan het volgende eetmoment, spijt van de eetmomenten en compensatiegedrag. Ik isoleerde mijzelf weer steeds meer en had weinig sociale contacten. Mijn omgeving wist dat het niet goed met me ging, maar praten met hen over de eetstoornis vond ik moeilijk. Ik vond het erg ingewikkeld om meer openheid te geven, mijn gedachten en gevoelens woorden te geven en de schaamte hinderde me om hier stappen in te zetten. Mijn omgeving wist er ook onvoldoende van af om hier doortastend in te zijn en te merken dat het niet goed met me ging.
Uiteindelijk ben in behandeling voor mijn eetstoornis gegaan. Hierna volgde een gelijktijdig behandeltraject waarin trauma’s en moeilijkheden in mijn leven zijn aangepakt. Beide trajecten hebben parallel aan elkaar gelopen, dit was een goede aanvulling op elkaar omdat ze elkaar beide in stand hielden. Een eetstoornis gaat niet over eten, het gaat over onderliggende problemen. Ik ben dankbaar dat deze twee trajecten elkaar konden aanvullen waardoor de gespecialiseerde eetstoornis behandeling relatief kort kon duren. Tijdens mijn herstelproces vond ik het enorm ingewikkeld om in contact met mijn lichaam te komen. Hierbij waren voor mij lichaamsgerichte therapie, massages, PMT (psychomotorische therapie) helpend. Voor mij was het zoeken naar het leggen van mijn eigen puzzel in het vinden van verschillende therapieën die elkaar aanvulde en bij mij paste.
Tijdens mijn behandeling voor de eetstoornis ben ik in contact gekomen met een ervaringsdeskundige die werkzaam was bij een herstelhuis, dit was heel waardevol. Ik kende veel schaamte als het over mijn problemen ging, maar in de gesprekken met haar had ik aan een half woord genoeg. Ik voelde veel herkenning en erkenning. Ze nodigde me uit om met enige regelmaat naar het herstelhuis te komen en mee te lunchen. Dit deed ik, maar oh wat vond ik dat spannend. Shakend zat ik de eerste paar maaltijden aan tafel en at ik mijn boterhammen. Uiteindelijk hielp het mij wel en ben ik in contact gekomen met lotgenoten. Nadat mijn eetstoornis steeds meer op de achtergrond kwam en ik steeds meer ‘het leven’ terugkreeg, ben ik zelf als ervaringskundige gaan werken.