Autismespectrumstoornis en een eetstoornis
Een hekel hebben aan bepaalde structuren van voedsel, altijd hetzelfde willen eten, continu bezig zijn met calorieën of gestresst worden van eetgeluiden… dit kan horen bij een autismespectrumstoornis (ASS) én een eetstoornis. Hoe werken deze twee stoornissen samen? En hoe ga je er slim mee om?
Mensen met autismespectrumstoornis zijn geboren met een afwijking in het deel van de hersenen dat informatie verwerkt. Dat betekent dat je hersenen prikkels anders verwerken. Geluid, smaak, zien, ruiken en voelen neem je anders waar. Daardoor kun je bijvoorbeeld moeite hebben met sociale contacten.
Een term voor het hele spectrum
De term autismespectrumstoornis vervangt sinds 2013 het klassiek autisme, syndroom van Asperger en PDD-NOS. Iemand met ASS kan verschillende symptomen laten zien. Je leeftijd speelt daarbij een rol. Vaak wordt het gediagnosticeerd bij kinderen. Maar soms komt het later naar boven. Als je last krijgt van een eetstoornis, bijvoorbeeld. Als volwassene heb je waarschijnlijk geleerd om gewenst gedrag te laten zien. Je omgeving merkt daardoor niks. Maar je problemen zijn er net zo sterk.
De symptomen van ASS
Met ASS kun je tegen veel problemen aanlopen. We zetten de belangrijksten op een rij.
Je hebt moeite om contact te maken
Misschien herken je dit:
- Je vindt het lastig om een gesprek voeren, of vriendschappen sluiten. Het lukt je vaak niet om een goed antwoord te geven, of om een gesprek te beginnen.
- Je vindt het lastig om te begrijpen wat iemand van je verwacht.
- Je voelt niet goed aan wat anderen willen, of vindt het moeilijk om aandacht te hebben voor iemand.
- Je maakt geen oogcontact en kijkt langs iemand heen.
- Je begrijpt of ziet iemands lichaamstaal of emoties niet.
- Het lukt je niet goed om met anderen iets te doen of delen.
Je hebt problemen met communicatie
Misschien herken je dit:
- Je bent pas laat gaan praten, vanaf een jaar of drie.
- Je vat alles letterlijk op. Grapjes mis je vaak.
- Je gebruikt dwangmatig bepaalde woorden of zinnen, zet woorden in een bepaalde structuur of gebruikt dezelfde volgorde in zinnen.
Je houdt van structuur
Misschien herken je dit:
- Je doet het liefst zoveel mogelijk hetzelfde en houdt niet van verandering of spontane acties.
- Je hebt maar een paar interesses, maar die zijn heel intens.
- Je voelt bepaalde prikkels heel sterk – of niet. Je kunt niet tegen bepaalde structuren, smaken of klanken. Daardoor eet je graag dezelfde dingen. Of je hebt niet in de gaten dat je honger hebt.
Kan het ASS zijn?
Er kan sprake zijn van ASS als de volgende drie stellingen opgaan voor jou, je dierbare of je patiënt:
- De symptomen waren er al op jonge leeftijd.
- De symptomen zorgen voor beperkingen in het sociale leven, op het werk of in andere belangrijke situaties.
- De stoornissen hebben niet te maken een verstandelijke beperking of een globale ontwikkelingsachterstand.
Hoe kan een eetstoornis ontstaan vanuit ASS?
Dat verschilt per eetstoornis:
Bij anorexia nervosa
Ongeveer een op de vier vrouwen met anorexia heeft ASS. Bij mannen ligt dit cijfer fors lager. Iedereen met ASS is anders. Een eetstoornis kan zich daardoor om heel verschillende redenen ontwikkelen:
- Als je overgevoelig bent voor prikkels
Met ASS kun je overgevoelig zijn voor prikkels. Smaak, geur of geluid komen extra hard binnen. Door een vervelende structuur, nare geur of specifieke smaak kun je voedsel gaan vermijden. Ook eetgeluiden of een vervelende ervaring met eten kunnen dat effect hebben. - Als je lichaam verandert
Als puber en jongvolwassene verandert je lichaam. Als je ASS hebt, kan dit lastig zijn. ‘Het klopt niet,’ denk je misschien. ‘Ik heb hier geen controle over.’ Of: ‘waarom gebeurt dit?’ Door niet te eten of ervoor te compenseren, probeer je controle te krijgen op je lichaam – en rust in je hoofd.
- Als je niet in de gaten hebt dat je honger hebt
Iemand met ASS voelt honger en verzadiging niet goed aan. Vooral als je heel druk met iets bezig bent, kun je eten helemaal vergeten. Dit kan zorgen voor ondergewicht, maar hoeft niet te betekenen dat iemand anorexia ontwikkelt.
- Als je op jezelf gaat wonen
Als je ASS hebt, kan het lastig zijn om op jezelf te gaan wonen. Zelf een goed eetpatroon opbouwen en volhouden lukt niet altijd. Daar is vaak hulp bij nodig.
- Als je controle zoekt
Controle hebben over een situatie of je het leven is een uitdaging. Eten kun je dan als controlemiddel gebruiken. Daar horen vaste rituelen, eetpatronen, producten en eettijden bij. Als dan iemand spontaan langs komt of uit eten wil, kun je in paniek raken. En als hij of zij zich ook nog bemoeit met wat je eet, kan spanning oplopen. Dat stimuleert de eetstoornis alleen maar.
Bij boulimia nervosa
ASS in combinatie met boulimia nervosa komt zelden voor. Mensen met ASS hebben vaak een afkeer van braken. Naar andere manieren om te compenseren is nog geen onderzoek gedaan.
Bij eetbuistoornis
De combinatie van een eetbuistoornis en ASS komt vaak voor. Met ASS heb je niet goed in de gaten wanneer je honger hebt, maar ook niet wanneer je vol zit. Je kan blijven eten. Door stress of onrust kunnen eetbuien ontstaan. Eten of drinken geeft even rust in een leven vol prikkels. Je kunt dwangmatige structuren en rituelen ontwikkelen en hier in blijven hangen.
Hoe help je iemand met ASS en een eetstoornis?
Er is nog weinig onderzoek gedaan naar een geschikte behandeling voor mensen met ASS en een eetstoornis. Behandelvormen die werken bij iemand met een eetstoornis passen niet bij het autisme – en andersom. Let in ieder geval op het volgende:
- Voor welke prikkels is iemand over- of ondergevoelig? Hoort een hongergevoel of een afkeer van structuren, smaken of geuren daarbij?
- Vermijdt iemand voedsel? Dan is het belangrijk dat hij of zij opnieuw leert eten, proeven en een normaal eetpatroon leert opbouwen.
- Leg goed uit wat er aan de hand is. Dat het normaal is dat je lichaam verandert, bijvoorbeeld. Of leg uit wat gezond eten is, hoe je een goed eetpatroon opbouwt of waarom ondergewicht gevaarlijk is.
- Help bij het plannen van de dag, activiteiten en eetmomenten. Leer bijvoorbeeld om geen boodschappen te doen als je trek hebt. En rekening te houden met de bereidingstijd van eten.
- Misschien kunnen bepaalde geuren of volle keukenkastjes verleiden tot een eetbui. Breng samen in kaart wat iemands triggers zijn, bedenk wat je kunt doen en oefen met het maken van een normale maaltijd of het afmeten van porties.