Chris is ervaringsdeskundige vader
Chris Hartman werkt als ervaringsdeskundige ouder bij de ouderbijeenkomsten EHBE. Chris heeft een dochter (24) met een eetstoornis.
Je bent vader van een dochter met een eetstoornis. Hoe heb jij dit ervaren?
In de tijd dat we voor het eerst te maken kregen met de eetstoornis van mijn dochter, merkte ik al snel dat de eetstoornis niet alleen grip op mijn dochter kreeg, maar ook op mij. Ik wist toen niet goed waar ik grenzen kon stellen. De eetstoornis had niet alleen mijn dochter, maar ook mij onder controle door bijvoorbeeld te bepalen wat en wanneer ik iets at. Alle strijd rondom het eten was zo vermoeiend, dat ik uiteindelijk maar met de eetstoornis mee ging om rust in huis te krijgen. Maar omdat de eetstoornis steeds erger werd, had ik ook door dat meegaan met de eetstoornis niet de juiste aanpak is. Ik vond het heel erg moeilijk om te weten waar ik als ouder goed aan deed.
Hoe heb je hiermee leren omgaan?
Ik ben met mijn vragen en onmacht naar het Leontienhuis gegaan. Ik heb daar hele fijne gesprekken met ervaringsdeskundigen gevoerd en dat heeft mij heel goed geholpen. Ik zag steeds meer in hoe belangrijk het was om niet alleen maar met de eetstoornis van mijn dochter bezig te zijn, maar ook met mijn eigen ontwikkeling. Ik ben mij toen bezig gaan houden met NLP (Neurolinguïstisch Programmeren), wat mij liet inzien dat ik de situatie met mijn dochter niet kon veranderen, maar wel kon veranderen hoe ik zelf met de situatie omging. Mijn dochter geeft ook aan hoe waardevol en stimulerend het voor haar herstel is geweest dat ik bezig was met mijn persoonlijke ontwikkeling. Ze zag dat ik in staat was om dingen anders te doen, waardoor zij ook meer vertrouwen in haar herstel kreeg.
Je werkt als ervaringsdeskundige ouder bij Stichting Kiem. Hoe is dit voor je?
Ik vind het aanbod dat Stichting Kiem voor ouders heeft enorm waardevol. Ik heb geleerd om dingen anders te doen en anders naar situaties te kijken. Dit is iets wat ik andere ouders van kinderen met een eetstoornis ook gun. Het was voor mij heel duidelijk dat je als ouder vaak meer kan betekenen in het herstel van de eetstoornis dat je soms denkt. Ik vind het heel mooi om mijn ervaring met andere ouders te delen en hiermee te helpen in hun proces.
Wat is je bijgebleven uit een ouderbijeenkomst?
Ik vind het sowieso altijd heel fijn om te zien dat ouders bereid zijn om stappen te zetten. We geven vaak ook suggesties en tips die ouders thuis kunnen toepassen. Een situatie die mij is bijgebleven was met een ouder die aangaf een groot temperament te hebben. Deze ouder vertelde mij dat wanneer de eetstoornis bij haar kind naar voren kwam, zij er direct bovenop sprong en zich ermee ging bemoeien. Hierdoor was er continue strijd in huis. We hebben toen samen gekeken naar de emoties van de ouder, en welke gevoelens achter haar gedrag zaten. Ook hebben we een paar tips gegeven om thuis mee te oefenen. De sessie daarna vertelde de ouder dat zij hele andere gesprekken met haar dochter had kunnen voeren en dat dit veel meer rust gaf binnen het gezin om niet alleen naar de eetstoornis te kijken, maar ook echt naar haar dochter én naar zichzelf te luisteren. Ze verbaasde zichzelf echt dat zij als ouder dingen anders kon doen, die een positieve invloed hadden op het herstel en de situatie thuis.
Welke tip zou je ouders van een kind met een eetstoornis meegeven?
Ik denk dat de belangrijkste tip is om het kind achter de eetstoornis te blijven zien en onderscheid te maken tussen de eetstoornis en de persoon zelf. Door dit te doen kan je ook veel beter grenzen stellen. Zo kon ik in een discussie over eten wel eens zeggen ‘volgens mij is de eetstoornis nu aan het woord, en ik kom op een later moment terug als jij er zelf weer bent’. Zo ga je niet in discussie met het kind, maar ga je wel tegen de eetstoornis in.
Een andere tip is om ook aan jezelf te blijven denken. Wat mij bijvoorbeeld hielp is om voorafgaand aan een eetmoment zelf te bedenken wat ik uit het moment wilde halen. Dan ging ik er bijvoorbeeld zo in: ‘wat er ook gebeurt, ik ga zelf genieten van mijn maaltijd én fijne gesprekken met mijn kind voeren’. Dit lost het probleem misschien niet op, maar brengt wel een andere energie met zich mee.