Wat denkt iemand met een eetstoornis?

Het kan lastig zijn om je in te leven in iemand met een eetstoornis. Wat gaat er om in je brein als wel of niet eten je leven bepaalt? We geven je een aantal voorbeelden van gedachten die ervaringsdeskundigen met ons deelden.  Hopelijk helpen deze om je dierbare wat beter te begrijpen.

 

Deze gedachten kunnen horen bij elke eetstoornis

  • ‘Eten is slecht, gevaarlijk en eng. Maar ik hunker ernaar. Het ene moment denk ik: ik heb eten nodig. Meteen daarna: dat maakt je dik. Zou je dat wel doen? Dan weer: ja, want ik moet gezond eten. Door al die tegenstellingen heb ik nooit rust in mijn hoofd. Dan ga ik sporten, om rustig te worden.’
  • ‘Mijn lichaam is lelijk. Ik kan het niet aan om in de spiegel te kijken. Daarom loop ik met een boog om spiegels en winkelruiten heen.’
  • ‘Mijn vriendinnen gaan wat leuks doen vanavond. Ik wil graag mee, maar ik durf het niet. En ik mag het niet ook niet van mezelf. Dat verdien ik niet.’
  • ‘Op een verjaardag denk ik alleen maar aan de taart en hoe lekker die eruit ziet. Ik zou zo graag een stukje willen! Maar ik mag het niet. Wat zal ik doen?’
  • ‘Anderen begrijpen me echt niet. Ze hebben commentaar op mijn manier van eten, terwijl ik zo graag geaccepteerd wil worden zoals ik ben.’
  • ‘De uitbarstingen en woede-aanvallen lopen uit de hand. Daar schaam ik me zó voor. Zo ben ik niet, maar de spanning is zo hoog dat het toch gebeurt. Ik vind het vreselijk om mijn ouders verdrietig te maken.’
  • ‘Hulp vragen vind ik eng. Ik ben bang dat ik mijn gedrag dan moet aanpassen. Alleen die gedachte is al niet te doen. Door mijn eetstoornis voel ik me juist goed, dat mag niemand afpakken.’

Deze gedachten kunnen horen bij iemand met anorexia nervosa

  • Ik weet dat ik dun ben. Dat vind ik helemaal niet mooi, maar toch moet ik blijven afvallen.
  • Eten, ik kan het gewoon niet. Als mensen mij dwingen, voelt dat als een marteling. Als ik eet, doet het pijn. Niet eten voelt goed, het blijft dan rustig in mijn hoofd.
  • Soms zou ik willen dat anderen de beslissing voor mij nemen om te eten. Zelf beslissen is zo moeilijk.
  • In mijn hoofd klinkt steeds een stem. Die geeft me heel veel complimenten als het me lukt om eten te laten staan, of als ik een lege maag heb. De stem is mijn vriend. Maar ook mijn vijand. Dag en nacht deelt hij bevelen uit. En hij fluistert hoe slecht, dik en lelijk ik ben.
  • Liegen en bedriegen is nu onderdeel van mijn leven. Ik verstop eten, eet stiekem en verzin smoesjes. Ik wil niet liegen, maar ik heb geen keuze.
  • Ik denk continu aan eten. Om rustig te worden, lees ik recepten, of kook ik voor anderen. Het is fijn om anderen te zien eten en zelf sterk genoeg te zijn om niet mee te doen. Dan voel ik me trots.

Deze gedachten kunnen horen bij iemand met boulimia nervosa

  • Ik heb helemaal geen eetstoornis. Ik heb een gezond gewicht. Het valt allemaal wel mee.
  • Als ik om hulp zou vragen, word ik toch afgewezen. Mensen denken dan vast dat ik me aanstel.
  • School en werk geven superveel stress. Die stress wil ik niet voelen, daarom ga ik eten. Dan hoef ik alleen nog maar aan eten te denken.
  • Ik kan niet uit die cirkel komen. Zodra ik wil afvallen, krijg ik een eetbui. Die compenseer ik door over te geven. Dan heb ik de controle weer terug. En dan komt er weer een eetbui. Ik word er gek van!
  • Ik wil wel hulp om van mijn probleem af te komen, maar ik wil niet aankomen!
    Mensen die me willen helpen, duw ik weg. Ik ben hun hulp niet waard. Zo kan ik blijven doorgaan met eten of niet eten.

 

Deze gedachten kunnen horen bij iemand met een eetbuistoornis

  • Ik kan alleen maar aan eten denken. Ik plan mijn eetbuien van tevoren in.
  • Een eetbui verdooft mijn emoties. Op dat moment voelt dat fijn, maar daarna voel ik me vreselijk schuldig. Ik walg dan van mijzelf.
  • Een beetje mollig ben ik altijd geweest. Op school word ik vaak uitgescholden. Dat vind ik vreselijk. Als ik thuiskom, sluit ik mezelf op op mijn kamer en troost ik mezelf met een zak chips. Dan hoef ik niet aan het pesten te denken.
  • Elke dag word ik zwaarder. Elke dag voel ik me meer buitengesloten. Elke dag moet ik meer eten om mezelf te troosten en in een roes te komen.
  • Het liefst ga ik elke keer naar een andere supermarkt. Ik schaam me namelijk voor wat ik allemaal koop. Ik ben bang dat het personeel me gaat herkennen.
  • Als ik ben begonnen met eten, kan ik niet meer stoppen tot alles op is. Dan heb ik vreselijke buikpijn. Na elke eetbui voel ik me vies en wil ik gaan lijnen. De volgende dag kan ik de drang vaak al niet meer weerstaan.
  • Nou heb ik alweer gefaald. Ik heb weer veel te veel gegeten en schaam me kapot. Dat schuldgevoel en die schaamte bepalen mijn hele leven.

 

Hoe komt het?

Wat is de reden dat iemand een eetstoornis krijgt? In dit artikel vertellen we jou meer.

Hoe ontstaat een eetstoornis?

Informatie over eetstoornissen

Welke eetstoornissen zijn er allemaal en wat zijn de verschillen precies? Hier lees je er alles over.

Soorten eetstoornissen