Een dwangstoornis en een eetstoornis

Elke dag hetzelfde rondje moeten lopen, op dezelfde tijden moeten eten, calorieën moeten tellen…   dit kan horen bij een dwangstoornis én een eetstoornis. Hoe werken deze twee stoornissen samen? En hoe ga je er het beste mee om? 

Een dwangstoornis wordt ook een obsessieve-compulsieve stoornis genoemd. Je hebt last van gedachten die je moet denken en handelingen die je moet doen. Dat kost je zoveel tijd en energie dat je er last van krijgt. Tegelijkertijd kun je het niet loslaten. De handelingen of gedachten geven je namelijk controle. Dit komt voor bij ongeveer 2% van de Nederlanders en is bij mannen en vrouwen gelijk. Een dwangstoornis kan op alle leeftijden voorkomen. Het ontstaat vaak na een ingrijpende gebeurtenis. 

 

Dit zijn de symptomen van een dwangstoornis 

  • Je hebt dwanggedachten (of obsessies) 

Dwanggedachten komen steeds terug en heb je niet onder controle. ‘Heb ik de deur wel op slot gedaan?’ ‘Ben ik wel schoon?’ ‘Ik weet zeker dat er iemand doodgaat.’ Dat soort gedachten maken je bang en onrustig. Om rustig te worden, voer je vaak een dwanghandeling uit. Of je duwt het weg met verdovende middelen.  

  • Je voert dwanghandelingen uit (of compulsies)

De meeste dwanghandelingen doe je omdat je denkt dat je het moet doen, of omdat je jezelf regels hebt opgelegd. Zo probeer je jouw angst of onrust onder controle te krijgen. Ook probeer je misschien om nare dingen te voorkomen met rituelen. De meeste dwanghandelingen hebben te maken met schoonmaken (handen wassen, je huis schoon houden) of controle (als ik dit doe, zal er niemand iets overkomen, of je gas, licht of sleutels checken).  

 

Dwangstoornis en een eetstoornis

De symptomen van een een dwangstoornis komen voor een groot deel overeen met die van een eetstoornis. Denk aan dwangmatig bezig zijn met eten, calorieën of stappen tellen of je gewicht continu checken. Maar met een eetstoornis heb je niet meteen ook een dwangstoornis. Als je een dwangstoornis hebt, merk je dat aan dwangmatige handelingen die niks met eten te maken hebben, maar bijvoorbeeld met schoonheid of je gezondheid. Daarnaast zijn de regels die je jezelf oplegt vaak extremer. Het is niet bewezen dat een dwangstoornis tot een eetstoornis leidt – of andersom. Wel komt de combinatie vaak voor. Goede hulp voor beide stoornissen is daarom heel belangrijk. 

 

Zo help je iemand met een dwangstoornis 

Met een dwangstoornis heb je vaak baat bij gesprekken met een psycholoog,  eventueel in combinatie met medicijnen. Een geschikte behandeling waarbij een eet- en dwangstoornis tegelijkertijd worden behandeld is er nog niet. Wel worden ze allebei behandeld met cognitieve gedragstherapie, waarbij je negatieve gedachten om leert buigen in iets positiefs. Hoe dit aanslaat hangt af van de persoon en de ernst van de problemen.