Deze soorten behandeling zijn er
Er zijn veel verschillende behandelingen voor eetstoornissen. Allemaal hebben ze hetzelfde doel: jij moet je beter voelen, lichamelijk en geestelijk. Zodat je weer zin krijgt in het leven. We zetten ze voor je op een rij.
Soms kun je een eetstoornis overwinnen zonder professionele hulp. Maar samen kom je er sneller – en beter. In therapie leer je gezonder te eten en om te gaan met lastige gedachten en gevoelens. De meeste therapieën zijn een combinatie van psychische hulp en lichamelijke zorg. Ze worden gegeven in drie vormen: ambulant, klinisch of in deeltijd.
Cognitieve gedragstherapie: grip op je gedachten
Cognitieve gedragstherapie (CGT) is een grondig onderzochte en effectieve behandelingsmethode voor eetstoornissen. Je onderzoekt hoe je gedachten samenhangen met je gevoelens en gedrag. Daarna leer je gedachten die je een vervelend gevoel geven om te buigen naar gedachten die je helpen. Door je gedachten, gevoelens en gedrag onder de loep te nemen, ontdek je hoe je in de toekomst beter met bepaalde situaties om kunt gaan. CGT pas je meteen toe in je dagelijkse leven. Je merkt dus direct of het werkt.
Gezinstherapie: samen sterker staan
Gezinstherapie heet ook wel systeemtherapie. Als je nog thuis woont, is dit waarschijnlijk een goede therapievorm voor je. Bij deze vorm van therapie doet je gezin ook mee. Je besteedt samen aandacht aan jullie relaties en patronen
EMDR: verwerk je trauma
EMDR staat voor Eye Movement Desensitisation and Reprocessing. Mensen met een eetstoornis hebben vaak iets naars meegemaakt. Bij EMDR deel je deze ervaring. Dit roept helaas weer nare gevoelens en gedachten op. Maar als je de ervaring opnieuw beleeft, richt je behandelaar je aandacht op iets anders door oogbewegingen. Zo kun je het trauma stap voor stap verwerken. Het is niet fijn om alles opnieuw te beleven. Maar als het je lukt om de ervaring te verwerken, is de kans veel groter dat je weer beter wordt.
Farmacologische behandeling: medicijnen om je beter te voelen
Door je eetstoornis ben je misschien bang of somber. Antidepressiva kunnen je dan een steuntje in de rug geven. Deze medicijnen maken de pieken en dalen van je stemming minder extreem. Dat maakt het makkelijker om de behandeling in te gaan. En dat vergroot je kans om beter te worden. Medicijnen krijg je altijd in combinatie met een andere therapie.
Interpersoonlijke psychotherapie: op naar goede relaties
Als je fijne contacten hebt met je familie, partner of vrienden, geeft dat je een goed gevoel over jezelf. Als die contacten minder fijn zijn, kun je je somber voelen. Dat is niet goed voor je eetstoornis. met interpersoonlijke psychotherapie werk je aan betere relaties met mensen in je omgeving. Daardoor voel je je beter en sterker.
Meergezinsbehandeling: leren van elkaar
Aan deze groepsbehandeling doet iedereen uit je gezin mee. Je bent in behandeling met meerdere gezinnen tegelijkertijd. Zo kun je ervaringen en gevoelens uitwisselen over dingen waarmee je allemaal te maken hebt: afwijzing, ruzie, teleurstelling, verwachtingen, onbegrip, eenzaamheid of verlies. Zo kun je elkaar steunen en van elkaar leren. Ook leren ouders om de regie over het eten thuis weer terug te krijgen.
Creatieve therapie: uit je gevoelens
In deze therapie uit je jouw gevoelens in een schilderij of met muziek. Zo kun je dingen ontdekken in je gedrag. Vaak doe je dit in een groep. Zo kun je ervaringen uitwisselen met anderen.
Psycho-educatie: leren over je probleem
Psycho-educatie is eigenlijk voorlichting over eetstoornissen. Dit is vaak een onderdeel van je behandeling. Je praat over wat symptomen, gevolgen en behandelmogelijkheden van eetstoornissen zijn. Zo krijg je beter inzicht in je probleem. Dat maakt het hopelijk makkelijker om om hulp te vragen. Psycho-educatie krijg je in een groep. Je gezin of partner kunnen ook meedoen. Ze begrijpen zo beter wat jij doormaakt.
Psychomotorische therapie (PMT): beter in je vel
Als je een eetstoornis hebt, klopt je lichaamsbeeld vaak niet meer. Je denkt bijvoorbeeld onterecht dat je dik of lelijk bent. Met ontspanningsoefeningen, sport en bewegen (soms voor een spiegel) krijg je een ander gevoel over je lichaam. En zit je beter in je vel.
Sociale vaardigheidstraining: vol vertrouwen terug
Terugvalpreventie: zo ben je een terugval voor
Beter worden gaat met vallen en opstaan. Misschien val je even terug. Als je in een stressvolle situatie terecht komt, geeft je eetstoornis je weer grip. Met terugvalpreventie ben je dit voor. Je ontdekt je kwetsbaarheden en risico’s en leert signalen herkennen. Als je merkt dat je bijvoorbeeld weer bang wordt voor eten, vaak op de weegschaal staat, calorieën op verpakkingen checkt of voedsel meet of afweegt, moet je meteen in actie komen. In je terugvalpreventieplan schrijf je op hoe je dat doet. En hoe je omgeving kan helpen.