Hoe zorg ik ervoor dat mijn kind eet?
Het herstel van je kind valt of staat met eten. Pas als hij of zij eet, krijgen de hersenen weer genoeg brandstof. Dan kan je kind weer nadenken en voelen. Hoe kun jij daarbij helpen?
De eerste stap is erkennen dat ‘weer eten’ voor je kind vreselijk eng is. Gelukkig kun jij helpen. Misschien ben je daar onzeker over. Maar als jij er bent voor je kind en die angst serieus neemt, bouw je samen aan een goede basis voor herstel.
Bied structuur rondom het eten
Een structuur met vaste eetmomenten geeft je kind houvast. Het is ook nodig om genoeg energie binnen te krijgen. Je kunt je misschien voorstellen dat een structuur vervelend is voor je kind. Niet of weinig eten geeft juist controle. Toch is het belangrijk dat er een nieuw, gezond ritme ontstaat.
Een goede eetstructuur bestaat vaak uit zes eetmomenten, elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip. Het ontbijt, de lunch en het avondeten zijn hoofdmaaltijden. Daarnaast zijn er drie momenten voor een tussendoortje. Neem de tijd om er te zijn, of maak hierover afspraken met school of met anderen. Na een tijdje zul je merken dat de structuur je kind houvast geeft.
Eerst was ik enorm boos dat mijn moeder precies bepaalde wat ik op een dag at. Ik vond het verschrikkelijk en voelde mij net een klein kind. Achteraf zie ik hoe dat mij geholpen heeft. Ik kon echt niet zelf de beslissing maken wat een gezonde hoeveelheid was en wat niet.
Een kind met een eetstoornis
Maak afspraken
Maak duidelijke afspraken over wat je kind wel of niet eet. Doe dit liever niet tijdens een eetmoment. Die zijn al stressvol genoeg. Zorg er tijdens de maaltijden wel voor dat je kind zich aan de afspraken houdt.
Je kind voeren?
Misschien is het wel eens in je opgekomen, omdat je gefrustreerd raakte. Doe dit niet. In sommige gevallen is dwangvoeding nodig, maar dat wordt altijd gedaan door professionals in een ziekenhuis. En alleen als het leven van je kind in gevaar is. Als ouder moet je een veilige haven zijn. Je kind dwingen om te eten kan funest zijn voor jullie vertrouwensband.
Aan tafel
De eettafel moet een fijne plek zijn voor het hele gezin, zonder stress en geruzie. Met een eetstoornis is dat lastig. Hoe houd je het zo prettig mogelijk?
- Neem beslissingen voor je kind
Als ouder help je jouw kind door alle controle over eten over te nemen. En keuzes voor hem of haar te maken. Dat werkt als volgt:
-
- Vertel je kind duidelijk en liefdevol dat jij en/of je partner vanaf nu alle keuzes maakt of maken. Als er een discussie ontstaat, herinner je je kind hieraan. Vertel dat je je erin hebt verdiept en dat je kind je kan vertrouwen. Misschien heb je al afspraken gemaakt. Houd je kind dan gewoon aan die afspraken.
Wij namen ‘s avonds de eetlijst van de week door, onder het genot van een wandeling. Mijn zoon was op zo’n moment best ontspannen en dit waren daarom geschikte momenten om dit te bespreken.
Vader
-
- Realiseer je dat je kind niet in staat is om beslissingen te nemen. Je neemt die taak over voor alles dat met eten te maken heeft. Op andere onderdelen van het leven geef je je kind nog wel autonomie. Dat betekent dat jij beslist welk eten er gegeten wordt, hoeveel en wanneer. Je houdt je kind buiten de keuken en de supermarkt. En je vraagt niet om te kiezen tussen opties. Zo vraagt de eetstoornis om steeds minder ruimte in het hoofd van je kind.
Als ik moest kiezen tussen twee taartjes, begon mijn hoofd gelijk te rekenen: welke heeft de minste kcal? Er ontstond een enorme stressreactie, want ik mocht hierin echt geen fouten maken.
- Zorg voor afleiding
Tijdens het koken kan een familielid bijvoorbeeld even een spelletje doen of film kijken met je kind. Zo voorkom je dat je kind door de keuken loopt, zich bemoeit met je manier van koken of kritiek heeft. Ook tijdens de maaltijd kun je je kind afleiden, zodat het voor iedereen lichter voelt. Van moppen tappen tot dierenfilmpjes kijken: zoek uit wat voor jullie werkt.
- Verdeel de taken
Als je met z’n tweeën bent, kun je de verantwoordelijkheden verdelen per eetmoment. Een van jullie overtuigt je kind bijvoorbeeld om te gaan eten. De ander praat over heel andere dingen met de rest van het gezin, om het gezellig te houden aan tafel. Hopelijk doet uiteindelijk iedereen mee aan dat gesprek.
Wat zeg je?
Je wilt dat je kind zich gezien voelt en geaccepteerd wordt. En niet bang wordt. Wat jij zegt en jouw lichaamstaal kunnen daarin een groot verschil maken. Stel je kind op zijn of haar gemak, ook al stoot hij of zij je op dat moment af. Dit kun je bijvoorbeeld zeggen tijdens het eten:
- Ik weet dat je het kan!
- Nog één stukje en dan zijn we klaar!
- Het spijt me, je vindt dit moeilijk, he?
- Je hebt dit al heel lang niet gegeten, dus het is helemaal niet gek dat je het lastig vindt. Je kunt het!
- Ik kan me voorstellen hoe rot je je nu voelt, neem nog een hapje.
- Ik zie dat je het spannend vindt, lieverd. Een stap tegelijkertijd, nu is het tijd voor een nieuwe hap.
Tot slot
Onthoud dat jij een onvoorwaardelijk veilige haven bent voor je kind. Probeer geen behandelaar te worden. Bovenstaande tips kunnen je helpen om de regie over eten terug te krijgen. Onthoud dat de tips voor het ene gezin goed werken en voor het andere wat minder. Bespreek samen wat jullie willen proberen en evalueer na een tijdje hoe het gaat.