Een persoonlijkheidsstoornis en eetstoornis

Iedereen heeft zijn of haar eigen persoonlijkheid. De meeste mensen passen hun gedrag aan aan de situatie of omgeving. Als je een persoonlijkheidsstoornis hebt, lukt dat je niet. Dat kan je in de problemen brengen. Ook met eten. 

Als normale karaktertrekken bij jou extreme vormen aannemen, als het je daardoor niet lukt om je aan te passen aan situaties en als dit je leven belemmert, spreek je van een persoonlijkheidsstoornis. Je kunt bijvoorbeeld niet meer meedoen aan het sociale leven, of hebt problemen op je werk. Bij extreme karaktertrekken kun je denken aan extreem jaloers zijn, enorm gevoelig zijn voor kritiek of extreem perfectionistisch zijn.

 

Verschillende soorten eetstoornissen

Je persoonlijkheid wordt gevormd door een combinatie van erfelijkheid, aanleg en omgevingsfactoren. Maar je omgeving, aanleg en erfelijkheid kunnen ook bijdragen aan een stoornis in je persoonlijkheid. Denk aan een ingrijpende gebeurtenis in je jeugd of een heel strenge opvoeding. Er zijn veel soorten persoonlijkheidsstoornissen. Ze worden beschreven in drie types. Onder elk type vallen tien stoornissen. Een aantal leggen we kort uit.

 

Type A: excentriek

Met een persoonlijkheidsstoornis onder type A ben je excentriek. Vaak heb je weinig contact met anderen en leef je alleen of geïsoleerd. Je zoekt niet snel hulp.

  • Paranoïde persoonlijkheidsstoornis

Je bent heel achterdochtig. Wantrouwt iedereen en hebt de neiging alles te zien als een bedreiging.

  • Schizoïde persoonlijkheidsstoornis

Je hebt geen belangstelling voor sociale contacten. Iemand met deze stoornis wordt vaak beschreven als een eenling.

  • Schizotypische persoonlijkheidsstoornis

Je hebt problemen met het aangaan van intieme relaties, vaak door angst of achterdocht. Daarnaast kom je op anderen vreemd over, bijvoorbeeld door je ideeën of kleding.

 

Type B: impulsief en verhit

Met een persoonlijkheidsstoornis onder type B kun je zeer verhit reageren, impulsief zijn en moeite hebben om met je emoties om te gaan.

  • Borderline persoonlijkheidsstoornis

Je hebt stemmingswisselingen, geen goed zelfbeeld, bent onzeker en onvoorspelbaar. Je kunt erg impulsief zijn en daarin doorslaan. Het is voor jou alles of niks. Je hebt vaak moeite om relaties te onderhouden en om dingen onder controle te houden. Je bent onzeker over je zelfbeeld en de toekomst.

  • Antisociale persoonlijkheidsstoornis

Je bent niet sociaal, onverschillig, onverantwoordelijk en hebt vaak geen spijt van je daden.

  • Histrionische persoonlijkheidsstoornis

Je hebt een enorme behoefte aan aandacht en goedkeuring. Je wilt het middelpunt zijn en bent heel aanwezig, zowel qua gedrag als qua uiterlijk. Dit is een manier voor jou om om te gaan met onzekerheid en angst.

  • Narcistische persoonlijkheidsstoornis

Je doet jezelf voor als groots en geweldig. Je verwacht van anderen dat ze je aandacht geven en bewonderen. Daarom vertel je grootse, positieve verhalen. Je hebt die bewondering nodig om jezelf de moeite waard te vinden. Voor anderen is dat moeilijk te zien.

 

Type C:

Met een persoonlijkheidsstoornis onder type C ben je erg bang om relaties aan te gaan of om mensen te verliezen. Je vermijdt conflicten en vindt het moeilijk om zelfstandig in het leven te staan.

  • Vermijdende persoonlijkheidsstoornis

Je vermijdt sociale contacten omdat je bang bent voor afwijzing en kritiek. Daarom ga je liever geen relaties aan.

  • Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis

Je denkt dat je het leven niet alleen aankunt. Je hebt een enorme behoefte om te worden verzorgd en klampt je vast aan relaties. Je voelt je hulpeloos en hebt geen vertrouwen in jezelf. Zelfstandig beslissingen nemen is voor jou heel lastig.

  • Dwangmatige/ obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis

Je wilt perfectie. Hebt extreem veel aandacht voor details, bent rigide en superorderlijk. Je raakt gestrest als iets niet ‘goed’ is. Bent star in je contact met anderen. Met spontane acties kun je niks.

 

Wat is de invloed van een persoonlijkheidsstoornis op je eetstoornis?

Je persoonlijkheidsstoornis brengt je vaak in de problemen. Een eetstoornis kan een tijdelijke uitkomst zijn. Die gebruik je bijvoorbeeld om:

  • niet na te hoeven te denken over andere dingen dan eten.
  • rust in je hoofd te krijgen. Niet eten zorgt voor weinig energie, waardoor er meer rust is in je hoofd.
  • het gevoel te hebben dat je ergens goed in bent.
  • te gaan voor alles of niks. Iemand met borderline kan bijvoorbeeld doorslaan in afvallen.

 

Wanneer een eetstoornis kan optreden, verschilt per persoonlijkheidsstoornis. Het is belangrijk om samen met je behandelaar te kijken waarom de eetstoornis opspeelt en wat een gezonde manier is om om hier mee om te gaan.

Wat voor hulp is er?

Er zijn er verschillende soorten behandeling. Ga altijd eerst naar je huisarts en bekijk met hem of haar wat het beste bij past. Je kunt poliklinisch of in een kliniek behandeld worden. Een therapeut maakt je dan bewust van je gedrag en helpt je bij het aanleren van betere manieren om met mensen of situaties om te gaan. Samen kijk je naar de situaties waar je tegenaan loopt – en hoe dat komt.

Deze behandelingen worden veel gebruikt:

  • Cognitieve gedragstherapie

Dit helpt je om gedachten die je tegenwerken om te zetten in gezonde gedachten die je helpen.

  • Psychodynamische therapie

Dit helpt je om terug te kijken naar vroeger. Zo krijg je inzicht in de invloeden uit je jeugd die nu terugkomen in je gedrag. Ook bekijk je hoe je anders met mensen kunt omgaan.

  • Geneesmiddelen

Dit helpt je om symptomen als angst of depressiviteit onder controle te krijgen.

 

Bij de combinatie van een persoonlijkheidsstoornis en een eetstoornis is het belangrijk om te kijken waar de prioriteit ligt. Vaak helpt het om eerst de eetstoornis onder controle te krijgen. Zo ontstaat er ruimte om de persoonlijkheid te zien zonder de invloed van de eetstoornis.