Annemarie van Bellegem: “De symptomenkaart is soms een sleutel tot begrip”

Stichting Kiem sprak met Annemarie van Bellegem, kinderarts sociale pediatrie in het Emma kinderziekenhuis, Amsterdam UMC, over de nieuwste uitbreiding van de First EET Kit: de symptomenkaart. Deze visuele gids is onlangs toegevoegd, en biedt een gedetailleerd overzicht van de lichamelijke gevolgen van eetstoornissen.

Tekst loopt door onder de foto. 

“Wanneer iemand op je poli komt met een eetstoornis is er veel te doen en bespreken. Naast lichamelijke onderzoeken wil je ook veel uitleggen. Het is belangrijk dat mensen de informatie op een later tijdstip nog eens rustig kunnen bekijken, en eventueel ook aan anderen kunnen laten zien. Zo ontstond bij mij de behoefte aan een platform waar ik gevalideerde informatie kon delen. Samen met Laura Sonneveld, toen nog kinderarts in opleiding, gingen we in gesprek met ervaringsdeskundigen en professionals om te kijken waar hun behoeftes lagen. Uiteindelijk hebben we met financiering door K-EET (de landelijke ketenaanpak Eetstoornissen) de First EET Kit uitgerold met algemene informatie voor zorgverleners, mensen met een eetstoornis én voor hun naasten. Daarbij hebben we input meegenomen vanuit veel verschillende perspectieven. En met succes, want de website won een Zilveren Dutch Interactive Award, een prijs voor de beste digitale interactieve projecten.”

De symptomenkaart: een visuele aanpak

First EET kit werd recentelijk uitgebreid met de symptomenkaart, een visuele kaart van het menselijk lichaam waarbij de gevolgen van voedingstekorten per lichaamsdeel kunnen worden bekeken. Deze werd met open armen ontvangen door het werkveld. Over het gebruik van de kaart vertelt Annemarie: “De kaart wordt door artsen veel gebruikt in de spreekkamer, omdat ze met de kaart de gevolgen beter visueel kunnen uitleggen.”

De symptomenkaart is nu vooral gericht op energietekorten als gevolg van anorexia nervosa. Annemarie vervolgt: “Eén van de uitbreidingen die ik graag zou willen, is meer aandacht voor de fysieke gevolgen van een eetbuistoornis en van boulimia nervosa. We hebben nu wel de gevolgen van braken en compenserend gedrag opgenomen in de symptomenkaart, maar ik zou graag meer willen. Op dit moment zijn mensen met anorexia nervosa het meest in beeld bij zorgprofessionals. Maar mensen met boulimia of een eetbuistoornis hebben natuurlijk net zo veel recht op aandacht. Zij zijn over het algemeen minder makkelijk in zorg te krijgen. De lichamelijke gevolgen van boulimia of een eetbuistoornis zijn niet minder heftig, maar wel minder goed zichtbaar. Denk alleen al aan de verstoring van de zouten en mineralen door braken en een onregelmatig eetpatroon.”

Zorgen voor je lichaam

Mensen met een eetstoornis zijn in hun hoofd met veel dingen bezig. Dat hun eetstoornis langdurige schade aan hun lichaam veroorzaakt, zien ze vaak niet. “Toch kan aandacht voor de langetermijngevolgen soms een verschil maken. De gevolgen die de eetstoornis bijvoorbeeld heeft voor je botten of voor je voortplanting, kunnen mensen helpen om tegen de eetstoornis op te staan. Dan zeggen ze: ‘dit wil ik niet, want ik wil later kinderen’ of ‘ik wil niet dat ik later botbreuken heb, omdat ik nu een zware periode heb’. Dat is ingewikkeld natuurlijk, en mensen schrikken er ook wel eens van. Maar patiënten hebben die schrik soms toch ook nodig om te werken aan herstel.”

Annemarie beschrijft dat ze haar rol als arts soms ook als een soort ‘damage control’ ziet. “Ieder aspect van de mens heeft liefde nodig. Maar de liefde gaat tijdens de eetstoornis niet uit naar het lichaam. Daarom is het belangrijk dat je mensen met een eetstoornis erop attendeert dat hun lichaam schade oploopt. Als het met je hart niet goed gaat, gaat er geen alarmbel af. Onze organen hebben niet de mogelijkheid om op die manier een signaal te geven, daarom is inzicht geven zo belangrijk. Bovendien werken wij als artsen en behandelaars natuurlijk vaak vraaggestuurd: mensen komen met een klacht, en vragen om een oplossing. Maar mensen met een eetstoornis hebben, zeker als het om de lichamelijke aspecten gaat, vaak heel weinig klachten. Deels omdat ze die niet ervaren, en deels omdat ze er niet zo veel mee kunnen door de angst voor de consequenties. Want als ze vertellen waar ze last van hebben, kan het advies van de dokter betekenen dat ze hun grote angst moeten aan gaan: namelijk energie tot je nemen. Dat is voor de zorgverlener vaak moeilijk te begrijpen: zij zien de gevolgen voor het lichaam en willen voorkomen dat er chronische schade ontstaat.”

Echte impact

Annemarie ziet dat verschillende zorgverleners de symptomenkaart nu al gebruiken. “Ik zie nu dat vooral specialisten in het eetstoornissen werkveld de First EET Kit weten te vinden. Zij pakken de kaart erbij in de spreekkamer en ze ondersteunen hun boodschap met visuele informatie. Dat helpt mensen met een eetstoornis en hun naasten om de boodschap beter tot zich te nemen. Ik hoop nu dat ook huisartsen en internisten ‘m op deze manier nog meer gaan gebruiken want ook voor hen is de First EET Kit op die manier uitstekend inzetbaar.”

De First EET Kit vind je hier.