Daphne Ketelaars: Ervaringsdeskundigheid bij Eetstoornissen
Daphne Ketelaars is inmiddels één jaar directeur van Stichting Kiem. Wie is Daphne, wat motiveert haar in haar werk en welke stappen zet zij om de missie van Stichting Kiem te verwezenlijken, het verminderen van de impact van eetstoornissen?
Tekst loopt door onder de foto
Passie voor maatschappelijke thema’s
Daphne wilde altijd al directeur worden. “Dit is echt mijn droombaan. Ik vind het prachtig om directeur te zijn van een organisatie met zo’n belangrijke missie. Als ouder van een kind in herstel van een eetstoornis, had ik de hulp van Stichting Kiem goed kunnen gebruiken,” vertelt ze. “Wij richten ons vooral op de omgeving van iemand met een eetstoornis: ouders, scholen en professionals. Want hoe eerder een eetstoornis gesignaleerd wordt en er hulp wordt ingezet, hoe sneller het herstel kan gaan.”
“Daarnaast is het mijn persoonlijke missie om belangrijke maatschappelijke thema’s op de kaart te zetten,” vervolgt Daphne. Dat heeft ze in het verleden ook gedaan: na twaalf jaar bij Unilever werkt Daphne inmiddels al zo’n vijftien jaar in het maatschappelijk veld. “Agenderen vind ik belangrijk. Dat is ook één van de eerste inzichten die ik opdeed bij Stichting Kiem: de ernst en omvang van eetstoornissen krijgen nog te weinig aandacht in media en bij de overheid. En er gaat ook nog veel te weinig geld naar onderzoek.”
“Het leven bestaat niet alleen uit werken, maar ik vind het wel héél leuk,” vertelt ze. Maar hoe ziet Daphne’s leven er buiten werk uit? “Ik woon in Rotterdam, heb een fijne LAT-relatie en een leuke pubertweeling. Ik wandel graag, ga regelmatig lekker het bos in op de mountainbike, en ik doe wekelijks aan pilates. Ik geniet erg van avondjes met vriendinnen, maar ook een avondje bankhangen heb ik af en toe echt nodig.”
Ervaringsdeskundigheid
Stichting Kiem bestaat uit een professioneel kernteam, omringd door 24 ervaringsdeskundige trainers en 18 vrijwilligers. “Als je een eetstoornis hebt gehad, wil dat nog niet zeggen dat je een ervaringsdeskundige bent. Daar heb je training voor nodig,” benadrukt Daphne. “Als je je ervaring op een helpende, positieve manier inzet, kan dat zorgen voor meer begrip en erkenning. Je kunt dan op een professionele manier hoop bieden, inspireren en ondersteunen.” Stichting Kiem heeft een training Ervaringsdeskundigheid ontwikkeld. “Deze training stellen we binnenkort beschikbaar aan alle organisaties en instellingen binnen het eetstoornissenwerkveld in Nederland die werken met ervaringskennis- en deskundigheid. Want ervaringsdeskundigheid is een onmisbaar onderdeel in de aanpak van eetstoornissen,” aldus Daphne. “Onze ervaringsdeskundigen bieden ondersteuning en geven voorlichting aan naasten, scholieren en professionals door middel van onze programma’s. We hebben inmiddels al 1500 ouders, 13000 scholieren en 2000 professionals bereikt sinds de oprichting van Stichting Kiem,” vertelt Daphne trots.
Taboes doorbreken
Daphne richt zich samen met andere spelers in het veld op het vergroten van de kennis en bewustwording rondom eetstoornissen. Ze ziet dit ook als taak van Stichting Kiem. “Want een eetstoornis gaat niet alleen over eten. Vaak is het gedrag rondom eten slechts een manier om met onderliggende problematiek om te gaan. Ook heerst er nog een groot taboe rondom eetstoornissen. We zijn bezig met het ontwikkelen van een communicatiecampagne, die hopelijk gaat bijdragen aan het doorbreken hiervan. Ook willen we meer podium geven aan goede voorbeelden en onderzoeken over wat werkt en wat niet.”
“Het werkveld zet samen stappen in de aanpak van eetstoornissen, dat is mooi om te zien,” merkt Daphne op. “Ik vond het fijn om laatst gastvrouw te zijn bij een landelijke Netwerkbijeenkomst van K-EET, de landelijke Ketenaanpak Eetstoornissen, geïnitieerd door het ministerie van VWS. Samen met K-EET en de NAE beheren we de Zorgkaart Eetstoornissen Netwerk, de plek waar het actuele behandelaanbod te vinden is.” Daphne is voorzitter van het Zelfregie Initiatieven Eetstoornissen Netwerk (ZIEN). Dit is het landelijk netwerk van maatschappelijke initiatieven voor mensen met een eetstoornis en hun naasten. Deelnemende organisaties kenmerken zich door de inzet van ervaringsdeskundigheid. Dit netwerk bestaat uit het Leontienhuis, Stichting JIJ, Dalisay Recovery, Realcovery inloophuis, Praktijkhuis Inspiration, meRecovery, Inloophuis Juntos en Stichting Kiem, werkt samen met WEET en het is groeiende. “Er is afgelopen jaar vanuit ZIEN een brief gestuurd naar de vaste Kamercommissie van VWS, met als titel ‘Er vroeg bij zijn, voorkomt erger’. Mede hierdoor zijn er Kamervragen gesteld aan het Kabinet,” vertelt Daphne.
Naasten
Voor Stichting Kiem ziet ze ook een belangrijke rol in preventie en vroegsignalering. “We werken daarbij o.a. samen met K-EET, de patiëntenvereniging WEET, met het online platform Proud2Bme en natuurlijk met het samenwerkingsverband ZIEN. We organiseren vanuit Stichting Kiem twee keer per jaar themabijeenkomsten voor naasten van iemand met een eetstoornis, waarvoor we samenwerken met 14 GGZ-instellingen en zelfregiecentra. Daarnaast zijn we bezig om binnen het platform BovenJan een community in te richten, zodat we ouders van kinderen met een eetstoornis een ontmoetingsplek kunnen bieden om met elkaar te verbinden.”
Eetstoornissen op de kaart
“Dit thema mogen we niet te klein maken, want naar schatting hebben ongeveer 200.000 mensen in Nederland een eetstoornis,” concludeert Daphne. “We moeten eetstoornissen meer op de kaart zetten en het bewustzijn vergroten over de complexiteit, de ernst en de omvang ervan. Dit thema moet ook meer meegenomen worden in beleid en richtlijnen. Want er is zeker goede zorg, maar die is niet overal, en niet voor iedereen beschikbaar. En de structurele inzet van ervaringsdeskundigheid verdient daarin een grotere plek.”