De eetstoornis was mijn beste vriendin geworden en gaf me complimenten. Niet wetende dat ik mijn echte vriendinnen en familie aan de kant zetten, wegduwde en hun in zorgen achterliet. 

Terugkijkend op vroeger was ik een meisje dat altijd vrolijk was, lief, gezellig, waaide makkelijk met de wind mee en had nooit echt zorgen. Naarmate ik ouder werd en naar de middelbare school ging begonnen die zorgen er wel te komen. Van de buitenkant was er niks te zien en leek het allemaal goed te gaan. Helaas voelde ik me van binnen anders. 

Ik was veel bezig met andere mensen en wat zij van mij vonden. Daarnaast was ik een enorme perfectionist. Hoorde ik er wel bij, was ik leuk genoeg, kleedde ik me wel fatsoenlijk, werd ik uitgenodigd op feestjes, was ik niet raar? Als ik er zo op terugkijk zijn dit gedachten die niet zo gek zijn voor een gemiddelde tiener.

Naast het bezig zijn met anderen zorgde mijn perfectionisme er voor dat ik de lat in alles extreem hoog legde. Ik zou en moest naar het VWO. Ik kreeg regelmatige het advies havo te gaan doen, maar omdat mijn cijfers net hoog genoeg waren bleef ik op het VWO. Het voelde als falen als ik een niveau lager zou gaan. Falen kwam niet voor in mijn woordenboek. Ik deed er alles voor om het te halen, wat achteraf misschien al een manier was om mijn gevoelens te vermijden. 

Na de middelbare school ben ik gestart met een HBO opleiding Ergotherapie in Rotterdam. Een nieuwe start met nieuwe mensen. Het eerste jaar verliep goed. Ik leerde nieuwe vriendinnen kennen, maar voelde me op de opleiding niet fijn. Veel klasgenoten gaven mij het gevoel dat ik er niet bij hoorde. Zij lieten me regelmatig alleen staan op het station terwijl we dezelfde kant op moesten. Zij negeerden mij bij gesprekken, wat mij het gevoel gaf dat ik er niet toe deed.  

Steeds meer sporten
Vermijden van mijn gevoelens, het gevoel alleen te zijn, niet goed genoeg ergens in zijn, niet leuk gevonden worden, werd steeds meer een ding. Als ik terugkijk weet ik dat ik vanaf de start van de opleiding meer ging sporten. Sporten was en is altijd mijn uitlaatklep geweest. Ik liep veel hard en deed af en toe een rondje wielrennen. Het hardlopen ging goed, maar ik wilde beter en meer. Als het de ene dag meer was, dan moest het de dag erna nog meer zijn. Ik werd beter, slanker en kreeg complimenten. Ik deed mee aan hardloopwedstrijdjes en zag dat mijn tijden verbeterde. Ik had het gevoel dat ik ergens goed in was, voldoening kreeg en even nergens aan hoefde te denken. Het bleef helaas niet bij het rennen alleen. Ik begon me meer in te lezen in de sport, ging oefeningen doen om mijn lijf sterker te maken(of in ieder geval dat dacht ik), probeerde zoveel mogelijk in beweging te zijn en ging letten op mijn eten. In de tussentijd kwam ik nog nauwelijks op school en was ik hele dagen bezig met het sporten, eten en bewegen. Ik dacht gezond bezig te zijn, maar dat was ik alles behalve. 

Toen ging het echt fout
In jaar 3 en 4 van de opleiding moest er stage gelopen worden. Stage lopen kost veel tijd en energie, waardoor er geen tijd meer was voor mij om zoveel te sporten. Ik raakte in paniek, maar wilde van de buitenkant niks laten merken. Daarnaast wilde ik zo snel mogelijk mijn opleiding halen. Ik ging stage lopen bij een praktijk voor kinderergotherapie, een baan waar ik altijd van had gedroomd. Nu voelde ik er niks bij, ik was leeg en enkel bezig met het niet kunnen bewegen. Niet kunnen bewegen betekende in mijn hoofd in die tijd geen calorieën kunnen verbranden. Het enige wat mij tot rust kon brengen was zo min mogelijk eten. 

Na de stageperiode was er weer vrije ruimte om te sporten. Deze pakte ik ook gelijk aan, ging weer weinig tot niet naar school en bewoog dwangmatig. Alleen was nu het eten een groot probleem geworden: ik mocht het niet meer van mezelf. Ik voelde me sterk als ik het niet deed en vond ook dat ik het waard was om te eten. In korte tijd at ik nauwelijks nog wat en bewoog de hele dag. Mijn hoofd was nergens anders meer mee bezig. Ik voelde niks meer, had geen emoties en was alleen dwangmatig bezig. 

De eetstoornis was mijn beste vriendin geworden en gaf me complimenten. Complimenten dat ik goed bezig was en dat ik nog meer kon afvallen. Niet wetende dat ik mijn echte vriendinnen en familie aan de kant zetten, wegduwde en hun in zorgen achterliet. 

Niet beseffende dat de eetstoornis stap voor stap mijn leven had overgenomen maakte ik keuzes waardoor de eetstoornis nog verder kon groeien. De eetstoornis had volledige grip op mij. Afvallen was het enige wat me nog boeide. Hoe ik het diploma gehaald heb weet ik niet eens meer. Ik was op. Hele dagen moest ik van alles. Lopen, sporten, vroeg opstaan voor mijn oefeningen, eetmomenten ontwijken en vooral veel liegen en ruzie maken. Ik had geen leven meer en ik wilde niet meer zo verder. Vriendinnen gingen door met hun leven, maar ik stond stil. 

Lees hier deel 2 van Laura’s blog over hoe hulp haar leven terug gaf.