Vroegsignalering op school
Hoe eerder eetstoornissen worden gesignaleerd en hoe sneller iemand de juiste hulp krijgt, hoe groter de kans is dat hij of zij herstelt. Daarom hopen we samen met onderwijsprofessionals als jij eetstoornissen in de kiem te smoren. We geven je de tools om eetstoornissen vroeg te signaleren.
Stappenplan bij vermoedens
Je hebt een leerling in je klas of op school waarbij je een eetstoornis vermoedt. Wat doe je dan? We zetten de belangrijkste stappen op een rij. Hoe sneller het lukt om hulp te zoeken, hoe groter de kans dat je leerling geneest.
Hoe herken je de eetstoornis?
De meeste eetstoornissen ontwikkelen zich bij kinderen tussen de 15 en 25 jaar. Maar deze leeftijd daalt. Misschien denk je dat je een eetstoornis herkent aan een te laag of hoog gewicht, of door bepaald eetgedrag. Dat kan, maar er zijn meer signalen waaraan je kunt zien of een leerling in de problemen zit. Gebruik hiervoor het signaleringsmodel, dat bestaat uit vijf invalshoeken:
-
- Het type kind
- De trigger voor de eetstoornis
- De negatieve overtuiging over zichzelf
- Het eetgedrag
- De lichamelijke conditie
1. Het type kind
Een bepaald type kind blijkt gevoeliger te zijn voor het ontwikkelen van een eetstoornis. Dit zijn vaak kinderen die je zou omschrijven als perfectionistisch, inschikkelijk, introvert, impulsief en competitief. Kinderen die enorm hun best doen op school, graag hoge cijfers halen of pleasen. Het gaat dus meestal niet om kinderen die (negatief) opvallen. Je kunt ook de volgende kenmerken zien:
- Een extreme gever
- Een gevoelig kind
- Moeite om gevoelens te uiten
- Graag controle willen hebben
- Moeite met onverwachte gebeurtenissen
- Intelligent
- Faalangst
- Besluiteloos
- Onzeker en veeleisend
- Hyperactief of juist teruggetrokken
- Dwangmatig
2. De trigger
Een eetstoornis heeft vaak een aantoonbare aanleiding. Deze wordt de trigger genoemd. Een trigger is een eenmalige of veel voorkomende gebeurtenis die heel negatief is. Niet iedereen die zoiets meemaakt, ontwikkelt een eetstoornis. Vaak is er sprake van een combinatie van genetische gevoeligheid, persoonlijkheidstrekken en overtuigingen. Bij sommige jongeren is de trigger heel duidelijk. Bij anderen is hij lastiger aan te wijzen. Een trigger kan bijvoorbeeld zijn:
- Een overlijden in de familie
- Mishandeling of emotionele verwaarlozing
- Seksueel misbruik
- Ziekte in het gezin
- Pesten
- Een echtscheiding, grote verandering of verhuizing
- Ziektes, verslavingen of problemen thuis
- Prestatiedruk vanuit thuis
- Sporten
- Social media
Voor ons is overduidelijk het overlijden van opa, die bij ons in huis woonde, de trigger van de anorexia nervosa van onze dochter. Opa was alles voor onze dochter en na zijn dood was zij ontroostbaar.
Een vader