Hulptraject eetstoornissen

Als je denkt dat je een eetstoornis hebt, is het belangrijk om snel in actie te komen. Het is best lastig om erachter te komen welke stappen je dan moet zetten. Iedereen is uniek en bewandelt zijn of haar eigen pad. In dit hulptraject vind je de belangrijkste fases op een rij.

 

1. Je vermoedens bespreekbaar maken

Als je merkt dat je een probleem hebt met eten, bewegen of je gewicht, praat daar dan zo snel mogelijk over. Neem iemand in vertrouwen en bespreek je probleem. Dat kan heel spannend zijn, maar het kan je ook helpen. Als iemand weet wat er aan de hand is, begrijpt hij of zij je beter. En kan hij of zij je beter helpen. 

Bespreken

Als je er tegenop ziet, bedenk dan van tevoren wat je wilt zeggen en aan wie. Neem deze onderwerpen in ieder geval mee: 

  • Waarom maak je je zorgen?
  • Wat gaat er om in je hoofd?
  • Hoe lang loop je al met dit probleem?

Denk ook goed na over de persoon aan wie je het wilt vertellen. Het is belangrijk dat hij of zij je kan helpen om de juiste hulp te zoeken. 

In dit artikel lees je alles over het bespreekbaar maken van je probleem.

2. Naar de huisarts

De tweede stap is een afspraak maken met je huisarts. Vind je dit spannend? Onthoud dan dat de huisarts is er is om jou te helpen. Als je een afspraak maakt, kan je aangeven dat je problemen hebt met eten of bewegen en dat je daar graag over wilt praten. Deze stappen horen bij je eerste bezoek aan de huisarts. 

Bereid je gesprek voor

Bedenk voor je naar de huisarts gaat vast wat je wilt bespreken. Belangrijke punten zijn bijvoorbeeld:

  • Hoe lang speelt dit probleem al? 
  • Welke gedachten en gevoelens heb je als het gaat om eten, bewegen en gewicht? Ben je bijvoorbeeld bang, verdrietig, voel je je schuldig of word je boos? Schrijf je gedachten op.
  • Heb je lichamelijke klachten?

Als je nog niet goed weet wat je wilt bespreken, is dit geen probleem. De huisarts is er om jou te helpen.

Hier vind je alle informatie die je nodig hebt voordat je naar de huisarts gaat.

Een onderzoek van de huisarts

Een eetstoornis zit in je hoofd, maar toch doet de huisarts vaak een klein lichamelijk onderzoek. Zo sluit hij of zij uit dat de oorzaak is voor je problemen. Een eetstoornis kan ernstige gevolgen hebben voor je lichaam en kan zelfs levensbedreigend zijn. Je huisarts controleert waarschijnlijk je bloedwaardes (daarvoor moet je bloed prikken) en kijkt naar je hart. Je gewicht meten is soms belangrijk, maar niet altijd. Als je daar stress van krijgt, vraag dan of je het cijfer niet zelf hoeft te zien. Je arts kijkt ook naar je geestelijke gezondheid en stelt je daarover een aantal vragen.

Een doorverwijzing

Wanneer de huisarts vermoedt dat je een eetstoornis hebt, verwijst hij of zij je door naar een volgende hulpverlener. Dit kan een GGZ-instelling zijn, maar bijvoorbeeld ook een diëtist of een coach. Samen kijken jullie naar de mogelijkheden voor een behandeling. Soms zijn de wachttijden best lang. Je kunt dan in de tussentijd andere hulp krijgen. 

Verschillende hulpverleners

Er bestaan ontzettend veel zorgverleners met elk een eigen specialisatie. Voor verschillende eetstoornissen zijn er verschillende behandelingen. Welke zorgverlener goed bij jou past, hangt af van je wensen en behoeften. Deze keuze maak je vaak samen met je huisarts. 

  • GGZ-instellingen zijn gespecialiseerd in het behandelen van psychische problemen. Er zijn ook instellingen die gespecialiseerd zijn in eetstoornissen. 
  • Een vrijgevestigde behandelaar werkt zelfstandig en is dus niet verbonden is aan een instelling. Dit is bijvoorbeeld een psycholoog of diëtist.
  • Een gespecialiseerd ziekenhuis is een goede plek als je door je lage gewicht eerst moet aansterken, of als er nog geen ruimte is bij een behandelaar en je lichaam toch dringend zorg nodig heeft.

Hier lees je meer over welke zorgverleners jou kunnen helpen.

De vergoeding

Als je jonger bent dan 18, vergoedt de gemeente een behandeling bij een GGZ-instelling. Als je 18 bent of ouder en behandeld moet worden voor een psychische stoornis, wordt dat vaak vergoed door je verzekering. Om in aanmerking te komen voor een vergoeding heb je meestal een diagnose nodig. Vraag van tevoren alles na bij je huisarts en verzekeraar. En let goed op of je hulp overweegt vanuit de GGZ of zorg van een particulier. Zorg door een particulier wordt niet altijd vergoed. 

3. Je aanmelden bij de behandelaar

Als je samen een behandelaar hebt gekozen, krijg je van de huisarts een verwijsbrief. Meld je aan via de website van de behandelaar. Als je jonger bent dan 18, moet je ouder of verzorger dit doen. Als je de aanmelding meteen regelt, ben je zo snel mogelijk aan de beurt. En dat is goed, want de wachttijden zijn soms lang. In de tussentijd kun je gelukkig op hulp rekenen. We leggen je alles uit.

Aanmelden via website of formulier

In sommige gevallen regelt je huisarts de inschrijving. Maar vaak moet je zelf een vragenlijst of formulier invullen. Die vind je meestal op de website van de behandelaar. Het verschilt per instelling hoe het aanmeldformulier eruit ziet en welke vragen er op staan. Bij de meeste behandelaren verstuur je dit formulier digitaal, soms moet het per post. In het formulier staan vragen over je persoonlijke gegevens. Soms wordt er ook kort gevraagd naar je probleem. Zo kan je behandelaar zich voorbereiden op het eerste gesprek en alvast kijken waar je behoefte aan hebt.

Wachtlijsten

De wachtlijsten zijn vaak lang. Daarom kan het even duren voor je behandeling start. Er zijn een aantal manieren om die tijd te overbruggen. Zo zorg je ervoor dat je niet verder achteruit gaat en alvast stappen zet.

Hulp tijdens het wachten

  • Een ervaringsdeskundige
    Een ervaringsdeskundige kan naar je luisteren en doelen met je opstellen. Onze ervaringsdeskundigen helpen je graag voor, tijdens of na een behandeling.

          Hier lees je meer over onze ervaringsdeskundigen 

  • Diëtist 
    Een diëtist kan je helpen om te werken aan een normaal eetpatroon. De wachttijden bij diëtisten zijn vaak minder lang. Soms zijn diëtisten zelf ervaringsdeskundige. Let op dat je een diëtist kiest met de juiste kennis én ervaring. Twijfel je? Dan denken we graag met je mee. Je kunt ons elke werkdag bellen.
  • POH-GGZ
    In een huisartsenpraktijk is vaak een POH-GGZ: iemand die gespecialiseerd is in psychische problemen. Dit kan een goede overbrugging zijn als je op een wachtlijst staat.
  • Lotgenoten
    Het kan fijn zijn om met anderen die hetzelfde meemaken als jij te praten. Er zijn verschillende inloophuizen waar jij en je naasten vaak zonder afspraak terecht kunnen. Hier komen mensen met een eetstoornis en/of naasten van iemand met een eetstoornis bij elkaar om samen te eten, iets te doen of om gewoon te kletsen.
  • Vertrouwenspersoon
    Iemand uit je omgeving kan een steun voor je zijn door naar je te luisteren en er voor je te zijn. Dat kan bijvoorbeeld iemand uit je gezin zijn, iemand van school of een collega.

Let op: Naasten vinden het niet altijd makkelijk om te begrijpen wat een eetstoornis is. Soms weet je dat zelf ook nog niet helemaal. Wij adviseren je naasten om te leren hoe ze er het beste voor jou kunnen zijn. 

Wachtlijstbemiddeling

Bij wachtlijstbemiddeling kan een zorgverzekeraar proberen om de wachttijd te verkorten. Soms kan een zorgverzekeraar ook checken of de wachttijd bij andere behandelaars korter is. Neem hiervoor contact op met je zorgverzekeraar.

4. Intake, advies en diagnose

Je behandeling start vaak met een intakegesprek. Hier zitten verschillende specialisten bij. Tijdens dit gesprek kijk je samen naar je lichamelijke en psychische klachten. Doel van het gesprek is om kennis te maken, inzicht te krijgen in de ernst van je problemen en te ontdekken wat je nodig hebt. Soms is er een tweede gesprek nodig. Op basis van het intakegesprek wordt meestal een diagnose gesteld. Daarna krijg je een advies voor je behandeling: het behandelplan.

Een eetstoornis in combinatie met een andere stoornis

Iemand met een eetstoornis heeft vaak ook last van andere psychische problemen. Tijdens een eerste gesprek kan duidelijk worden dat er een tweede psychische stoornis is. Misschien wist je dat al, of was je eetstoornis de aanleiding. Soms is er een combinatie van behandelingen nodig om je problemen aan te pakken. Het is belangrijk om eerlijk te zijn. Zo krijg je de juiste hulp en word je zo goed mogelijk geholpen.

Wil je meer weten over eetstoornissen in combinatie met een andere stoornis? Klik dan hier

Een second opinion: een tweede mening

Als je twijfelt over een diagnose, of als je graag wilt dat deze nog een keer gecheckt wordt, kun je een second opinion aanvragen. Een andere huisarts of psycholoog kijkt dan nog eens naar je problemen. Je behandelaar kan ook een second opinion aanvragen. Soms wordt in het intakegesprek niet meteen duidelijk wat je problemen zijn en welke diagnose daarbij hoort. Een tweede specialist kan dan een diagnose geven of een advies geven voor een behandelplan.

5. Je behandeling

Als je behandeling van start gaat, wordt er vaak van tevoren een behandelplan gemaakt. In dit behandelplan staat de vorm van je behandeling en soms een lijstje met de doelen van je behandeling. Als je lichamelijk zwak bent, begint een behandeling vaak met aansterken door weer te gaan eten. Daarna besteed je aandacht aan de problemen die de aanleiding zijn van je eetstoornis.

Intensiteit van je behandeling

Er zijn veel soorten behandelingen. Jouw behandeling wordt bepaald door de ernst van je probleem, je inzet, omgeving, leeftijd en nog veel meer factoren. Dit zijn de meest voorkomende behandelingen.

  • Ambulante behandeling
    Bij een ambulante behandeling (of poliklinische behandeling) word je opgenomen in een kliniek. Hoe vaak je behandeld wordt, hangt af van wat je nodig hebt. Meestal ga je een aantal keer per week naar de instelling voor een behandeling van een à twee uur. Later kan dat bijvoorbeeld een keer in de twee weken worden
  • Klinische behandeling 
    Bij een klinische behandeling word je opgenomen. Je woont tijdelijk in een instelling. Dit kan een kliniek zijn die is gespecialiseerd in eetstoornissen, of een (psychiatrisch) ziekenhuis. Een klinische behandeling is intensiever en is er allereerst om je lichamelijke toestand te verbeteren of stabiel te houden.
  • Deeltijd behandeling
    Een deeltijdbehandeling is een middenweg van een ambulante en klinische behandeling. Dit is een logische volgende stap wanneer een klinische behandeling is afgerond, maar de stap naar ambulante behandeling nog te groot is. Als je geen klinische behandeling volgt en ambulant niet intensief genoeg is, is een deeltijdbehandeling vaak ook een optie. 

         Lees hier meer over welke vormen van behandelingen er  zijn.

Soorten behandeling

Elke behandeling is anders. De ene behandeling richt zich op de problemen die de aanleiding zijn van je eetstoornis, terwijl je bij een andere behandeling eerst het eten op orde krijgt. In de zorgstandaard van de GGZ staan aanbevolen behandelingen. We lichten er een aantal uit:

  • Cognitieve gedragstherapie: grip op je gedachten
    Cognitieve gedragstherapie (CGT) is een grondig onderzochte en effectieve behandelingsmethode voor eetstoornissen. Je onderzoekt hoe je gedachten samenhangen met je gevoelens en gedrag. Daarna leer je gedachten die je een vervelend gevoel geven om te buigen naar gedachten die je helpen. Door je gedachten, gevoelens en gedrag onder de loep te nemen, ontdek je hoe je in de toekomst beter met bepaalde situaties om kunt gaan. CGT pas je meteen toe in je dagelijkse leven. Je merkt dus direct of het werkt.

 

  • Meergezinsbehandeling (MGDB): leren van elkaar
    Aan deze groepsbehandeling doet iedereen uit je gezin mee. Je bent in behandeling met meerdere gezinnen tegelijkertijd. Zo kun je ervaringen en gevoelens uitwisselen over dingen waarmee je allemaal te maken hebt: afwijzing, ruzie, teleurstelling, verwachtingen, onbegrip, eenzaamheid of verlies. Ook eet je samen. Zo kun je elkaar steunen en van elkaar leren. Wat je leert, kun je meteen toepassen in de praktijk.

 

  • Creatieve therapie: uit je gevoelens
    In deze therapie uit je jouw gevoelens in een schilderij of met muziek. Zo kun je dingen ontdekken in je gedrag. Vaak doe je dit in een groep. Zo kun je ervaringen uitwisselen met anderen.

Lees hier meer over welke soorten behandelingen er zijn.

 

Behandeldoelen

Iedereen heeft verschillende behandeldoelen. Deze doelen worden opgesteld aan het begin van je behandeling. Het is voor jou en de behandelaar fijn om te weten waar jullie aan gaan werken – en in welke volgorde. De doelen worden er tijdens de behandeling vaak erbij gepakt om te kijken welke stappen je al hebt gezet.

Onderliggende problemen

Een eetstoornis is een psychische ziekte en kan verschillende oorzaken hebben. Soms is het al snel duidelijk dat de oorzaak een nare gebeurtenis uit je verleden is. In andere gevallen wordt pas laat duidelijk wat je eetstoornis veroorzaakt heeft. In je behandeling besteed je vaak eerst aandacht aan eten en je gewicht. Als het je lukt om gezond te eten, kun je beter bij je gevoelens. Het is belangrijk om de problemen achter je eetstoornis te ontdekken. Pas dan kun je het echt aanpakken en keert het hopelijk niet terug. De kans dat je een terugval krijgt, is dan ook kleiner.

Je omgeving betrekken

In sommige behandelingen wordt je omgeving ook betrokken. Als je gezin een grote rol speelt bij je eetstoornis en herstel, doe je bijvoorbeeld samen Meer Gezins Dag Behandeling. Een andere vorm van therapie die je samen met je gezin doet, is systeemtherapie. Hierin onderzoek je samen hoe jullie met elkaar omgaan. Systeemtherapie kan de band binnen je gezin versterken, of ervoor zorgen dat jullie elkaar beter begrijpen,

6. Een crisissituatie

Het kan gebeuren dat je het niet meer alleen redt. Als het je niet meer lukt om gezonde beslissingen te nemen, bijvoorbeeld. Of als je zo zwak bent dat je opgenomen moet worden. In een crisissituatie zijn er een aantal zaken belangrijk.

Een opname in het ziekenhuis

Als je lichamelijke klachten zo ernstig zijn dat het gevaarlijk is om nog zelfstandig te wonen, kun je opgenomen worden in een ziekenhuis. Misschien zijn je nieren er slecht aan toe, heb je een hartritmestoornis of zijn je bloedwaardes niet in orde. Je hebt dan dringend medische hulp nodig. Als je 18 bent of ouder, wordt op de crisisafdeling vaak gevraagd of je meewerkt aan een vrijwillige opname. Als je dit weigert, kan dat omgezet worden naar een gedwongen opname

Sondevoeding

Sondevoeding is vloeibare voeding die met een slangetje via je neus in je maag of darmen terecht komt. Dit kan een arts of diëtist voorschrijven als het je zelf niet meer lukt om genoeg voedingsstoffen binnen te krijgen. Niet fijn, maar soms is het echt nodig. Sondevoeding kan alle voeding vervangen, maar kan ook een aanvulling zijn op je gewone voeding. 

Dwangbehandeling

Een dwangbehandeling is een behandeling tegen je wil in. Dit kan gebeuren als je een gevaar voor jezelf of de buitenwereld bent en geen gezonde keuzes meer kunt maken. Een dwangbehandeling is alleen mogelijk tijdens een gedwongen opname in een zorginstelling via een inbewaringstelling (IBS) of een rechterlijke machtiging (RM).

Een inbewaringstelling (IBS)

Een inbewaringstelling is een spoedmaatregel waarbij je gedwongen opgenomen kan worden in een zorginstelling. Dit kan alleen als er op dat moment geen andere mogelijkheden zijn. Een IBS kan worden aangevraagd door je ouders, vrienden, partner, je huisarts of de crisisdienst. De aanvraag wordt gedaan bij een onafhankelijke psychiater die de ernst van je situatie beoordeelt.

Rechterlijke machtiging (RM)

Een rechterlijke machtiging is geen spoedmaatregel. Bij een RM beslist de rechter of je aan alle voorwaarden voldoet voor een gedwongen opname. De voorwaarden zijn hetzelfde als voor een IBS. Ook een RM wordt alleen gebruikt als er geen andere mogelijkheid is en je een gevaar vormt voor een ander of jezelf. 

7. Nazorg

Als je behandeling voorbij is, heb je vaak nazorg nodig. Een eetstoornis kan hardnekkig zijn en als je behandeling stopt, ben je misschien nog niet beter. Als je wel helemaal hersteld bent, is het belangrijk om te weten wat je moet doen als het even niet zo goed gaat, of als er oude patronen terugkeren. 

Terugvalpreventie

Aan het eind van een behandeling maak je meestal een terugvalpreventieplan. Dit maak je samen met de behandelaar. In het terugvalpreventieplan staat hoe je een terugval herkent en wat je dan moet doen. Dit plan wordt vaak met je ouders of naasten gedeeld. Ook je ouders, vrienden of familie kunnen signalen herkennen en je zo helpen om een terugval te voorkomen

Tamara Berends (verpleegkundig specialist) maakte een richtlijn terugvalpreventie. Deze is aan te schaffen via bol.com.

Ondersteuning

Als je behandeling klaar is of eerder wordt stopgezet, kun je nog steeds hulp en ondersteuning krijgen. Misschien gaat het al een stuk beter met je, maar heb je soms iemand nodig om mee te praten. Of misschien moet je aan bepaalde dingen werken die nog niet aan bod gekomen zijn tijdens je behandeling. Je kunt altijd rekenen op een ervaringsdeskundige van Stichting Kiem.